
Suezkade - Jan Siebelink (2008)
mijn stem
2,82
(41)
41 stemmen
Nederlands
Psychologisch
382 pagina's
Eerste druk: De Bezige Bij,
Amsterdam (Nederland)
Hoofdpersoon in 'Suezkade' is de zesentwintigjarige Marc Cordesius, leraar Frans aan het gymnasium. Vanaf de eerste dag wordt hij getroffen door Najoua, in wie hij een zielsverwant herkent. Vanwege zijn innemende verschijning krijgt Marc direct het vertrouwen van de rector en na verloop van tijd verwerft hij een eigen lokaal, een haast paradijselijke enclave – maar voor hoe lang?
zoeken in:
0
geplaatst: 16 november 2008, 12:40 uur
Mijn eerste Siebelink - een roman met prachtig proza waarvan ik toch zeker de eerste 100 pagina's met enige moeite heb doorgeworsteld. Vooral het eerste deel staat vol van vormelijk taalgebruik met franse uitdrukkingen (het boek speelt zich in de 21e eeuw af en niemand zegt ook maar iets in het engels)en statische handelingen. Het geheel speelt zich voornamelijk af binnen de 'slangenkuil' van het docentencorps op een haags gymnasium. Kleinzielige docenten (iemand schrijft iets naars in het docentenboek dus nu geven we hem geen hand meer), die soms ook 'een geheim' hebben, (fraude, gokken, vreemdgaan) of aardige collega's met problemen - de meesten willen het wel delen met de protagonist (Marc, rijk, dandy). Marc's eigen geheimen komen slechts incidenteel aan de oppervlakte. Het tweede en derde deel van het boek liepen wat vlotter maar de vragen, die bij mij tijdens het lezen over Marc zijn opgekomen, werden helaas niet beantwoord. Net als de ogen van de perzische kat, je kunt er in staren maar ze geven niets prijs.
0
geplaatst: 30 december 2008, 05:31 uur
Het las als een trein, heerlijk. De docenten die aan de orde komen (waar zijn de classici? moeten er bij bosjes zijn op een zelfstandig gymnasium) zijn nogal stereotiep, maar desondanks blijft het boek boeien. De fascinatie die iedereen heeft voor Marc is constant voelbaar.
0
geplaatst: 30 december 2008, 13:02 uur
Siebelink bespot schoolcultuur meesterlijk
Jan Siebelinks boeken kennen grofweg twee thema's: religie en school. Het eerste onderwerp is inmiddels in Knielen op een bed violen geperfectioneerd. Terecht is Siebelink om deze weergaloze roman geroemd. Het boek is een immens beklemmend verhaal over een van religie bezeten vader en de manier waarop vrouw en twee zonen zich tot deze waanzinnige proberen te verhouden.
Alleszins begrijpelijk dat Siebelink zich na dit meesterwerk toelegt op dat andere grote thema uit zijn boeken. Als voormalig leraar Frans heeft hij voldoende van het middelbareschool-leven gezien om er op overtuigende wijze van binnenuit over te kunnen schrijven. Suezkade, dat dit najaar verscheen, schreef Siebelink tijdens de ochtenden waarop hij zijn zegetocht van Knielen op een bed violen vierde. 's Morgens aan de noeste schrijfarbeid, 's avonds naar zijn fans in een van de vele zaaltjes in biobliotheken en buurtcentra.
Het schoolleven is een veel minder diepgaand en allesbetekenend onderwerp dan religie. Logisch daarom dat Suezkade je veel minder van je sokken blaast dan Siebelinks vorige boek. Desondanks weet hij een verslag van een ambitieuze leraar op een school naar grotere hoogten te brengen. Deze roman is losjes geschreven en daardoor vlot te lezen. Maar Siebelink heeft er toch voor gekozen het zichzelf niet te gemakkelijk te maken. Hij haalt nogal overhoop. Hij beschrijft zowel de verstikkende schoolcultuur (op de ironische manier waarop Maarten 't Hart de gereformeerde kerkcultuur aanpakt), de allesoverwoekerende bureaucratie van schoolbestuur én overheid, de liefde tussen een leraar en een Marokkaanse leerling én een bewogen verleden van de hoofdpersoon dat van hem nog steeds een verknipt figuur maakt.
De 26-jarige Marc Cordesius woont aan de Suezkade in Den Haag. Hij is welgesteld, rijdt in dure auto's en kleedt zich als een dandy. Hij heeft alles wat zijn hartje begeert en toch wil hij uren doorbrengen op het Descartes College. Hij solliciteert om leraar Frans te worden voor een minimaal aantal lesuren en vraagt daarbij zijn lessen aan het begin en aan het einde van de dag in te plannen. Zo is hij verplicht lange lesdagen op school door te brengen. Zo kan hij zijn huis aan de Suezkade ontvluchten. Siebelink is weinig scheutig met informatie over de jeugd van deze Cordesius. Alleen duidelijk is dat zijn moeder is ontvoerd toen Cordesius nog jong was.
Hoewel Cordesius in een bepaald opzicht niet spoort (hij is nog niet in staat geweest een liefdesrelatie aan te gaan) is hij op school al snel de held. Er gaat een zindering door het stoffige lerarencorps na de komst van de opvallende nieuwe leraar. Hoewel hij een echte buitenstaander is, sluiten de leraren hem al snel in hun armen. De rector neemt hem vaak in vertrouwen, leraressen maken avances en leraren delen met hem hun meest privé gevoelens en ideeën. Ook de geadopteerde Marokkaanse leerling Najoua valt voor hem. Maar alleen deze relatie is wederzijds. Hoewel de verhouding met de leerling slechts platonisch is, vermoeden de collega's dat er meer speelt, maar ze accepteren dat desondanks.
Het moge voor zich spreken dat dit niet goed kan blijven gaan. Siebelink trekt de ene helft van het boek uit om de opgang van deze merkwaardige leraar te beschrijven en dan zet de neergang in. En die is groots en grotesk. Niets, maar dan ook niets van het opgebouwde in helft een blijft in helft twee overeind. Het steeds terugkerend verhaal van een schandaal rond een vroegere conrector blijkt al vroeg in het boek een voorafschaduwing van de te verwachten ellende te zijn.
Rondom Cordesius blijft veel onduidelijk. In het begin van het boek is dat spannend, maar tegen het einde stelt dat toch teleur. Siebelink heeft verschillende verhalen tegelijk willen vertellen en diverse thema's aan willen snijden. Dan is het wel de kunst alles op het eind op zijn plek te laten vallen. Dat lukt hem niet. Toch zijn zijn personages voldoende meeslepend beschreven om je in sneltreinvaart naar het einde van het boek te loodsen. Er valt ontzettend veel te genieten van de treurige, ironische en lachwekkende scènes in het boek. Daarbij zijn de spottende beschrijvingen van het schoolleven geslaagder dan de uitwerking van de relatie tussen Cordesius en Najoua. Een meesterwerk is het niet. Dat kon ook bijna niet na Knielen op een bed violen. Maar Suezkade biedt een alleszins boeiende leeservaring.
Jan Siebelinks boeken kennen grofweg twee thema's: religie en school. Het eerste onderwerp is inmiddels in Knielen op een bed violen geperfectioneerd. Terecht is Siebelink om deze weergaloze roman geroemd. Het boek is een immens beklemmend verhaal over een van religie bezeten vader en de manier waarop vrouw en twee zonen zich tot deze waanzinnige proberen te verhouden.
Alleszins begrijpelijk dat Siebelink zich na dit meesterwerk toelegt op dat andere grote thema uit zijn boeken. Als voormalig leraar Frans heeft hij voldoende van het middelbareschool-leven gezien om er op overtuigende wijze van binnenuit over te kunnen schrijven. Suezkade, dat dit najaar verscheen, schreef Siebelink tijdens de ochtenden waarop hij zijn zegetocht van Knielen op een bed violen vierde. 's Morgens aan de noeste schrijfarbeid, 's avonds naar zijn fans in een van de vele zaaltjes in biobliotheken en buurtcentra.
Het schoolleven is een veel minder diepgaand en allesbetekenend onderwerp dan religie. Logisch daarom dat Suezkade je veel minder van je sokken blaast dan Siebelinks vorige boek. Desondanks weet hij een verslag van een ambitieuze leraar op een school naar grotere hoogten te brengen. Deze roman is losjes geschreven en daardoor vlot te lezen. Maar Siebelink heeft er toch voor gekozen het zichzelf niet te gemakkelijk te maken. Hij haalt nogal overhoop. Hij beschrijft zowel de verstikkende schoolcultuur (op de ironische manier waarop Maarten 't Hart de gereformeerde kerkcultuur aanpakt), de allesoverwoekerende bureaucratie van schoolbestuur én overheid, de liefde tussen een leraar en een Marokkaanse leerling én een bewogen verleden van de hoofdpersoon dat van hem nog steeds een verknipt figuur maakt.
De 26-jarige Marc Cordesius woont aan de Suezkade in Den Haag. Hij is welgesteld, rijdt in dure auto's en kleedt zich als een dandy. Hij heeft alles wat zijn hartje begeert en toch wil hij uren doorbrengen op het Descartes College. Hij solliciteert om leraar Frans te worden voor een minimaal aantal lesuren en vraagt daarbij zijn lessen aan het begin en aan het einde van de dag in te plannen. Zo is hij verplicht lange lesdagen op school door te brengen. Zo kan hij zijn huis aan de Suezkade ontvluchten. Siebelink is weinig scheutig met informatie over de jeugd van deze Cordesius. Alleen duidelijk is dat zijn moeder is ontvoerd toen Cordesius nog jong was.
Hoewel Cordesius in een bepaald opzicht niet spoort (hij is nog niet in staat geweest een liefdesrelatie aan te gaan) is hij op school al snel de held. Er gaat een zindering door het stoffige lerarencorps na de komst van de opvallende nieuwe leraar. Hoewel hij een echte buitenstaander is, sluiten de leraren hem al snel in hun armen. De rector neemt hem vaak in vertrouwen, leraressen maken avances en leraren delen met hem hun meest privé gevoelens en ideeën. Ook de geadopteerde Marokkaanse leerling Najoua valt voor hem. Maar alleen deze relatie is wederzijds. Hoewel de verhouding met de leerling slechts platonisch is, vermoeden de collega's dat er meer speelt, maar ze accepteren dat desondanks.
Het moge voor zich spreken dat dit niet goed kan blijven gaan. Siebelink trekt de ene helft van het boek uit om de opgang van deze merkwaardige leraar te beschrijven en dan zet de neergang in. En die is groots en grotesk. Niets, maar dan ook niets van het opgebouwde in helft een blijft in helft twee overeind. Het steeds terugkerend verhaal van een schandaal rond een vroegere conrector blijkt al vroeg in het boek een voorafschaduwing van de te verwachten ellende te zijn.
Rondom Cordesius blijft veel onduidelijk. In het begin van het boek is dat spannend, maar tegen het einde stelt dat toch teleur. Siebelink heeft verschillende verhalen tegelijk willen vertellen en diverse thema's aan willen snijden. Dan is het wel de kunst alles op het eind op zijn plek te laten vallen. Dat lukt hem niet. Toch zijn zijn personages voldoende meeslepend beschreven om je in sneltreinvaart naar het einde van het boek te loodsen. Er valt ontzettend veel te genieten van de treurige, ironische en lachwekkende scènes in het boek. Daarbij zijn de spottende beschrijvingen van het schoolleven geslaagder dan de uitwerking van de relatie tussen Cordesius en Najoua. Een meesterwerk is het niet. Dat kon ook bijna niet na Knielen op een bed violen. Maar Suezkade biedt een alleszins boeiende leeservaring.
0
geplaatst: 31 augustus 2010, 14:44 uur
Hulde voor zoveel ongestructureerde onzin in Suezkade.
Ik begrijp dat het fictie is, maar de plaats van handeling bestaat echt. Daardoor ga ik ervan uit dat de situatie realistisch bedoeld is. Het punt van vertrek wekt echter al meteen mijn irritatie op.
Een pedofiele travestiet zonder enige kwalificatie op onderwijsgebied, wordt zonder voorbereiding of begeleiding voor een eindexamenklas gymnasium gezet. Is dit het bedenksel van een gefrustreerde onderwijzer die nog nooit een gymnasium van binnen heeft gezien? (Zoals Ingrid al opmerkte: waar zijn de leraren oude talen?)
Het wordt er in de loop van het verhaal niet beter op.
Als de hoofdpersoon een op zijn minst dubieuze relatie met een brugklasleerling aangaat, wordt dat getolereerd, en als hij een collega het ziekenhuis in slaat volgt er geen schorsing of ontslag.
Het blijft onduidelijk waarom zijn huis juist op de Suezkade staat, gezien de titel toch een belangrijk gegeven.
Er wordt nergens ingegaan op het waarom van gedachten en handelingen.
Het heeft geen functie dat de schrijver van het meisje een Marokkaanse heeft gemaakt.
Na de eerste honderd bladzijden wordt de schrijfstijl weliswaar iets minder kneuterig, maar de chaos, de vage toespelingen en de vele herhalingen blijven.
Er zal best van alles mis zijn met leraren, en snedig commentaar op het schoolleven is altijd te waarderen, maar dit heeft weinig met onderwijs en docenten te maken..
Ik begrijp dat het fictie is, maar de plaats van handeling bestaat echt. Daardoor ga ik ervan uit dat de situatie realistisch bedoeld is. Het punt van vertrek wekt echter al meteen mijn irritatie op.
Een pedofiele travestiet zonder enige kwalificatie op onderwijsgebied, wordt zonder voorbereiding of begeleiding voor een eindexamenklas gymnasium gezet. Is dit het bedenksel van een gefrustreerde onderwijzer die nog nooit een gymnasium van binnen heeft gezien? (Zoals Ingrid al opmerkte: waar zijn de leraren oude talen?)
Het wordt er in de loop van het verhaal niet beter op.
Als de hoofdpersoon een op zijn minst dubieuze relatie met een brugklasleerling aangaat, wordt dat getolereerd, en als hij een collega het ziekenhuis in slaat volgt er geen schorsing of ontslag.
Het blijft onduidelijk waarom zijn huis juist op de Suezkade staat, gezien de titel toch een belangrijk gegeven.
Er wordt nergens ingegaan op het waarom van gedachten en handelingen.
Het heeft geen functie dat de schrijver van het meisje een Marokkaanse heeft gemaakt.
Na de eerste honderd bladzijden wordt de schrijfstijl weliswaar iets minder kneuterig, maar de chaos, de vage toespelingen en de vele herhalingen blijven.
Er zal best van alles mis zijn met leraren, en snedig commentaar op het schoolleven is altijd te waarderen, maar dit heeft weinig met onderwijs en docenten te maken..
0
geplaatst: 29 september 2010, 16:16 uur
Met tip van Pythia, om zelf maar eens te zien waarom zij dit zo slecht vond. En inderdaad, slecht is het boek. Het slaat daarnaast ook werkelijk helemaal nergens op. Of althans, zelfs na lang nadenken lijkt het van niet.
Allereerst probeert Siebelink veels te veel te vertellen. Wat de samenhang onderling is, dat is me een raadsel. Dat hij iets heeft overgehouden aan de ontvoering van mamma, dat is duidelijk. Het niet kunnen loslaten van je verleden. Zo woont hij in zijn huis van vroeger nog aan de Suezkade (waarom persé die straat, geen idee), is hij verliefd of niet op een jong meisje (als maagd hang naar zijn eigen jeugd, of???). Maar als ik dit zo uitdenk, klinkt het ook gewoon te absurd voor woorden. Ook veel situaties die eigenlijk niet kunnen voorkomen (zoals hierboven al enkele genoemd), al vind ik een relatie met een brugklasser niet persé slecht voor het verhaal. Ook een oud leraar van mij zit al vanaf mei dit jaar vast voor zo een relatie. Maar dan had Siebelink er meer mee moeten doen. Hij benoemt veel, maar maakt niets vol en af. Het blijft bij flarden. Naar mate het einde naderde kwamen er ook steeds meer overbodige passages langs. Alsof hij veel kwijt wilde. Zijn frustratie uiten. Enkel de ergernissen over modernisering van het onderwijs waren raak, maar had hier dan een werk om heen gemaakt. Dat was absoluut beter geweest. En inhoudelijk kan ik me verder volledig aansluiten bij Pythia.
Daarnaast spreekt zijn schrijfstijl mij niet aan. Veels te veel komma’s in een zin. Niet om een lange zin overzichtelijk te maken (denk aan Garcia Marquez of Couperus), maar om een ogenschijnlijk eenvoudige zin literair te laten zijn. Zo krijg je iets simpels moeilijk voorgeschoteld, terwijl dit enkel ergernis opwekt i.p.v. bewondering. Daarnaast is de woordkeus flegmatiek, de beeldspraak zwak en is Siebelink soms te veel uitleggerig.
De reden dat ik dit vooral wilde lezen, was om het verschil tussen Kafka en Siebelink te ontdekken. En warempel, een halve bladzijde lang (ergens achterin) weet Siebelink die bevreemdende sfeer te creëren. Helaas is het ook net zo snel weer kapotgemaakt. Waar Kafka een interessant slachtoffer van het leven heeft, heeft Siebelink een raar persoon, dat wel degelijk zelf keuze’s kan maken. Het is eerder een vreemd persoon in een normale situatie, dan een normaal persoon in een vreemde wereld. En die persoon is zo karikaturaal, dat er geen bevreemding bij de lezer achterblijft. Ook andere personages, de docenten in het bijzonder. Maar na 7 jaar middelbare school leer je snel dat situaties uit het leven gegrepen al genoeg stof leveren voor een ganse omnibus. Dat hoef je niet aan te dikken, te romantiseren of allemaal tegelijk binnen één school te laten plaats vinden.
Eigenlijk kan dit boek nog best 1,5* krijgen, omdat het niet veel moeite kostte dit te lezen en een enkele keer zowaar interessant begon te worden, maar ik zag dat nog geen door mij gelezen boeken de becijfering 1* had gekregen, dus dan deze maar. Heeft Suezkade toch een soort van nut gehad.
Allereerst probeert Siebelink veels te veel te vertellen. Wat de samenhang onderling is, dat is me een raadsel. Dat hij iets heeft overgehouden aan de ontvoering van mamma, dat is duidelijk. Het niet kunnen loslaten van je verleden. Zo woont hij in zijn huis van vroeger nog aan de Suezkade (waarom persé die straat, geen idee), is hij verliefd of niet op een jong meisje (als maagd hang naar zijn eigen jeugd, of???). Maar als ik dit zo uitdenk, klinkt het ook gewoon te absurd voor woorden. Ook veel situaties die eigenlijk niet kunnen voorkomen (zoals hierboven al enkele genoemd), al vind ik een relatie met een brugklasser niet persé slecht voor het verhaal. Ook een oud leraar van mij zit al vanaf mei dit jaar vast voor zo een relatie. Maar dan had Siebelink er meer mee moeten doen. Hij benoemt veel, maar maakt niets vol en af. Het blijft bij flarden. Naar mate het einde naderde kwamen er ook steeds meer overbodige passages langs. Alsof hij veel kwijt wilde. Zijn frustratie uiten. Enkel de ergernissen over modernisering van het onderwijs waren raak, maar had hier dan een werk om heen gemaakt. Dat was absoluut beter geweest. En inhoudelijk kan ik me verder volledig aansluiten bij Pythia.
Daarnaast spreekt zijn schrijfstijl mij niet aan. Veels te veel komma’s in een zin. Niet om een lange zin overzichtelijk te maken (denk aan Garcia Marquez of Couperus), maar om een ogenschijnlijk eenvoudige zin literair te laten zijn. Zo krijg je iets simpels moeilijk voorgeschoteld, terwijl dit enkel ergernis opwekt i.p.v. bewondering. Daarnaast is de woordkeus flegmatiek, de beeldspraak zwak en is Siebelink soms te veel uitleggerig.
De reden dat ik dit vooral wilde lezen, was om het verschil tussen Kafka en Siebelink te ontdekken. En warempel, een halve bladzijde lang (ergens achterin) weet Siebelink die bevreemdende sfeer te creëren. Helaas is het ook net zo snel weer kapotgemaakt. Waar Kafka een interessant slachtoffer van het leven heeft, heeft Siebelink een raar persoon, dat wel degelijk zelf keuze’s kan maken. Het is eerder een vreemd persoon in een normale situatie, dan een normaal persoon in een vreemde wereld. En die persoon is zo karikaturaal, dat er geen bevreemding bij de lezer achterblijft. Ook andere personages, de docenten in het bijzonder. Maar na 7 jaar middelbare school leer je snel dat situaties uit het leven gegrepen al genoeg stof leveren voor een ganse omnibus. Dat hoef je niet aan te dikken, te romantiseren of allemaal tegelijk binnen één school te laten plaats vinden.
Eigenlijk kan dit boek nog best 1,5* krijgen, omdat het niet veel moeite kostte dit te lezen en een enkele keer zowaar interessant begon te worden, maar ik zag dat nog geen door mij gelezen boeken de becijfering 1* had gekregen, dus dan deze maar. Heeft Suezkade toch een soort van nut gehad.
0
geplaatst: 29 september 2010, 20:55 uur
mjk87 schreef:
Waar Kafka een interessant slachtoffer van het leven heeft, heeft Siebelink een raar persoon, dat wel degelijk zelf keuze’s kan maken. Het is eerder een vreemd persoon in een normale situatie, dan een normaal persoon in een vreemde wereld. En die persoon is zo karikaturaal, dat er geen bevreemding bij de lezer achterblijft.
Waar Kafka een interessant slachtoffer van het leven heeft, heeft Siebelink een raar persoon, dat wel degelijk zelf keuze’s kan maken. Het is eerder een vreemd persoon in een normale situatie, dan een normaal persoon in een vreemde wereld. En die persoon is zo karikaturaal, dat er geen bevreemding bij de lezer achterblijft.
Je hebt het goed onder woorden gebracht.
Suezkade 'down and out'.


0
geplaatst: 29 september 2010, 22:20 uur
En laat ik het boek ook gehaald hebben om de negatieve reacties hier op boekmeter.
Was wel nieuwsgierig naar of het terecht geprezen ''Knielen op een bed violen'' echt zou worden opgevolgd met een slecht boek. Mijn antwoord volgt, zeer binnenkort..

Was wel nieuwsgierig naar of het terecht geprezen ''Knielen op een bed violen'' echt zou worden opgevolgd met een slecht boek. Mijn antwoord volgt, zeer binnenkort..
0
geplaatst: 10 oktober 2010, 13:41 uur
De eerste 200 bladzijdes waren inderdaad een worsteling door een enorme desinteresse. Lijkt wel alsof Siebelink een universum heeft gemaakt van miskende professoren die maar een Gymnasium onveilig maken om hun gebrek te compenseren. Waar ik me nog het meeste aan stoor is de onrealistische en nogal geforceerde manier waarop seksualiteit in de roman is verweven, doet me meer aan als oude-mannetjes-perversie dan een realistische weergave van seksualiteit onder jonge mensen.
0
geplaatst: 11 oktober 2010, 12:16 uur
En toch vind ik het in de kern best een mooi verhaal over twee mensen die zich aan elkaar optrekken in de liefde om het woelige leven standvastiger te maken. Het is jammer dat Siebelink de andere karakters zo dik aangezet heeft dat het niet meer geloofwaardig blijft. Maar het verhaal van Najoua en Marc is in de kern best mooi, zeker door het onverbiddelijke einde dat, in ieder geval bij mij, insloeg als een bom. Hun verhaal had een beter boek verdiend, dat vind ik wel.
0
geplaatst: 11 oktober 2010, 12:58 uur
Donkerwoud schreef:
Hun verhaal had een beter boek verdiend, dat vind ik wel.
Hun verhaal had een beter boek verdiend, dat vind ik wel.
Ik zou het met je eens geweest zijn als de liefde van Marc onbaatzuchtig was geweest. Ik vind hem echter een gewone egoïst, die misbruik maakt van zijn machtspositie als leraar.
0
geplaatst: 11 oktober 2010, 13:48 uur
Pythia schreef:
Ik zou het met je eens geweest zijn als de liefde van Marc onbaatzuchtig was geweest. Ik vind hem echter een gewone egoïst, die misbruik maakt van zijn machtspositie als leraar.
(quote)
Ik zou het met je eens geweest zijn als de liefde van Marc onbaatzuchtig was geweest. Ik vind hem echter een gewone egoïst, die misbruik maakt van zijn machtspositie als leraar.
Ik ben dat wel met je eens, in die zin is het eerste hoofdstuk al bijzonder ergerlijk, als hij eigenlijk al misbruik maakt van het meisje door haar aan te raken (?) terwijl hij haar niet eens kent op dat moment. Maar aan de andere kant, het is ook wel weer zo dat Marc zich ontwikkelt als een bijzondere zielige man, het is niet dat zijn daden mooier worden gemaakt dan ze zijn.
0
geplaatst: 27 oktober 2010, 23:03 uur
Hoe krijgt de beste man het toch weer voor elkaar dat ik gewoon een ...gevoel heb aan het einde van zijn boek. Jakkes. 

0
geplaatst: 1 mei 2011, 17:08 uur
Arme jongen toch... Een dandy, zo eentje die Marc heet in plaats van Mark. De modernistische man die buiten alles lijkt te staan, al kan hij zich wel hechten aan zijn leerlinge Najoua, maar daar lijkt eigenlijk iedereen iets tegen te hebben, gek hè?
En wat doet Marc? Marc gaat richting afgrond, nadat hij glorieus opgenomen is door de school en iedereen hem bewondert, maar hem daarna langzaam laat vallen. Vechten tijdens een feestje en daarna níét ontslagen worden, ik vond het maar wat ongeloofwaardig. Daarna die grote heisa dat op een kruising tussen een rechtszaak en de kruisiging van Jezus leek, nog ongeloofwaardiger. En dan gaat het alweer eens echt fout.
De geest van Johan Parre, impotente hoerenloper, verleider van andersmans deernes en uiteindelijke zelfmoordenaar sijpelt overal door in het boek. Dit wordt nog eens extra onderstreept door directeur Rafaël Pilger, die Marcs eerste novelle afkeurt omdat de karakters van Parre en Pilger weliswaar knap samenvallen, maar men kan er problemen mee gaan krijgen. Dat blijkt.
Pilger en Parre vallen samen als Pilger met zijn matrasje aan het dansen is tijdens het schoolfeest. Parre verleidde de vriendin van De Labadie, een naar ventje overigens, waarna dat allemaal flink verkeerd liep en Johan zichzelf uiteindelijk van Immanuel Kant maakte.
Marc blijkt dan uiteindelijk de impotente man te zijn die zelfs niet tot coïtus met een prostituee weet te komen. Aan het einde raakt hij wel seksueel opgewonden van Najoua, en dat is het moment dat we hem als lezer zijnde geheel laten vallen. Voor dat moment probeert hij het allemaal wel goed te praten, het als platonisch te beschrijven, maar soit, die aanrakingen van hem zijn ook gewoon niet netjes. Om het boek echter af te gaan keuren omdat de hoofdrolspeler een (latente) pedofiel is, dat gaat me te ver.
Daar hebben we Parre weer: Marc pleegt in hetzelfde lokaal zelfmoord, inclusief wat citaten die op het bord gekalkt zijn, waaronder de laatste zin van Á Rebours. Mooie quote hoor, echt. Maar Marc is geen Des Esseintes, Des Esseintes staat uiteindelijk echt buiten alles. Marc wordt opgenomen, maar blijft er buiten staan, Marc wordt uitgekotst en wil betrokkenheid: een spelletje aantrekken-afstoten dat in de hele roman terug blijft komen.
Het grote pijnpunt van de roman is echter niet dat iedereen als een lemming op zijn einde afstormt, maar dat er veel lijntjes niet goed uitgewerkt worden. Marc de travestiet? Komt nauwelijks terug. Zou het met zijn impliciete Oedipus-complex te maken hebben? Natuurlijk, maar het lijkt er maar met de haren bijgesleept zijn. Ook verdwijnt Najoua soms een hele tijd uit het beeld, ook natuurlijk omdat ze in die kliniek zit, maar dat lijkt niet goed te kloppen in de roman. Wim Egberts verdwijnt erg plotseling, er lijkt geen afronding te zitten daar, het blijft een vervelend los eindje.
Toch is Suezkade zeker een onderhoudende roman, ondanks dat de personages soms wat ongeloofwaardig uitgewerkt zijn en het dramatische en fatalistische gehalte er wel erg dik bovenop ligt. De stijl is zeker onderhoudend, het verhaal is bij vlagen erg meeslepend en emotionerend, maar helaas dat er toch een licht gevoel van onvoltooidheid en ontevredenheid aan het einde van de roman is, alsof Siebelink teveel lijntjes bedacht heeft die nooit samen komen.
En wat doet Marc? Marc gaat richting afgrond, nadat hij glorieus opgenomen is door de school en iedereen hem bewondert, maar hem daarna langzaam laat vallen. Vechten tijdens een feestje en daarna níét ontslagen worden, ik vond het maar wat ongeloofwaardig. Daarna die grote heisa dat op een kruising tussen een rechtszaak en de kruisiging van Jezus leek, nog ongeloofwaardiger. En dan gaat het alweer eens echt fout.
De geest van Johan Parre, impotente hoerenloper, verleider van andersmans deernes en uiteindelijke zelfmoordenaar sijpelt overal door in het boek. Dit wordt nog eens extra onderstreept door directeur Rafaël Pilger, die Marcs eerste novelle afkeurt omdat de karakters van Parre en Pilger weliswaar knap samenvallen, maar men kan er problemen mee gaan krijgen. Dat blijkt.
Pilger en Parre vallen samen als Pilger met zijn matrasje aan het dansen is tijdens het schoolfeest. Parre verleidde de vriendin van De Labadie, een naar ventje overigens, waarna dat allemaal flink verkeerd liep en Johan zichzelf uiteindelijk van Immanuel Kant maakte.
Marc blijkt dan uiteindelijk de impotente man te zijn die zelfs niet tot coïtus met een prostituee weet te komen. Aan het einde raakt hij wel seksueel opgewonden van Najoua, en dat is het moment dat we hem als lezer zijnde geheel laten vallen. Voor dat moment probeert hij het allemaal wel goed te praten, het als platonisch te beschrijven, maar soit, die aanrakingen van hem zijn ook gewoon niet netjes. Om het boek echter af te gaan keuren omdat de hoofdrolspeler een (latente) pedofiel is, dat gaat me te ver.
Daar hebben we Parre weer: Marc pleegt in hetzelfde lokaal zelfmoord, inclusief wat citaten die op het bord gekalkt zijn, waaronder de laatste zin van Á Rebours. Mooie quote hoor, echt. Maar Marc is geen Des Esseintes, Des Esseintes staat uiteindelijk echt buiten alles. Marc wordt opgenomen, maar blijft er buiten staan, Marc wordt uitgekotst en wil betrokkenheid: een spelletje aantrekken-afstoten dat in de hele roman terug blijft komen.
Het grote pijnpunt van de roman is echter niet dat iedereen als een lemming op zijn einde afstormt, maar dat er veel lijntjes niet goed uitgewerkt worden. Marc de travestiet? Komt nauwelijks terug. Zou het met zijn impliciete Oedipus-complex te maken hebben? Natuurlijk, maar het lijkt er maar met de haren bijgesleept zijn. Ook verdwijnt Najoua soms een hele tijd uit het beeld, ook natuurlijk omdat ze in die kliniek zit, maar dat lijkt niet goed te kloppen in de roman. Wim Egberts verdwijnt erg plotseling, er lijkt geen afronding te zitten daar, het blijft een vervelend los eindje.
Toch is Suezkade zeker een onderhoudende roman, ondanks dat de personages soms wat ongeloofwaardig uitgewerkt zijn en het dramatische en fatalistische gehalte er wel erg dik bovenop ligt. De stijl is zeker onderhoudend, het verhaal is bij vlagen erg meeslepend en emotionerend, maar helaas dat er toch een licht gevoel van onvoltooidheid en ontevredenheid aan het einde van de roman is, alsof Siebelink teveel lijntjes bedacht heeft die nooit samen komen.
0
geplaatst: 23 september 2011, 19:27 uur
Na 'Knielen op een bed violen' en 'Het Lichaam van Clara' heb ik besloten ook deze te lezen. Dat was toch best moeilijk! De twee eerdergenoemde boeken grepen me meteen. Bij dit boek moest ik wat meer moeite doen. Uiteindelijk lag dit boek ook enkele weken op 'stand-by', omdat het me even niet meer kon bekoren. Hierdoor vind ik het ook lastig beoordelen... Ik houd het voorlopig maar op 2,5 sterren.
0
geplaatst: 7 oktober 2011, 11:54 uur
O, toch nog een late opmerking! Normaal heb ik een hekel aan open eindes, maar bij dit boek vond ik het heel goed passen! Dan heb ik het met name over het lijntje van Najoua.
* denotes required fields.
* denotes required fields.